De leden van de maatschap zijn op basis van een toelatingsovereenkomst verbonden aan het ziekenhuis. Er is tussen partijen een geschil ontstaan over de hoogte van de vergoeding van de kosten voor door het ziekenhuis aan de medisch specialisten ter beschikking gestelde middelen en personeel. Binnen het ziekenhuis waren door de coöperatie van vrijgevestigde medisch specialisten afspraken gemaakt over de kostenvergoeding. De leden van de maatschap hebben hun lidmaatschap opgezegd omdat zij het niet eens waren met de coöperatie. Geoordeeld wordt dat het ziekenhuis op grond van de toelatingsovereenkomst gerechtigd is toegelaten medisch specialisten kosten in rekening te brengen. Over de hoogte daarvan dienen partijen overeenstemming te bereiken. Van het ziekenhuis kan niet worden gevergd dat zij de ten behoeve van de maatschap gemaakte algemene kosten exact specificeert. De maatschap stelt dat zij geen gebruik maakt van secretariële ondersteuning, zodat het ziekenhuis aan haar geen personeelskosten in rekening kan brengen. Het ziekenhuis wijst erop dat de systematiek van de DBC-financiering een normcomponent voor kosten van praktijkondersteuning kent en dat het redelijk is dat alle specialisten bijdragen in een deel van de kosten. Overwogen wordt dat binnen ziekenhuizen tegenwoordig sprake is van sterk geïntegreerde zorgverlening waarbij de werkzaamheden van zowel medisch specialisten onderling als die in verhouding tot het ziekenhuis in hoge mate verweven zijn. In casu gaat het niet alleen om de secretariële ondersteuning maar ook om de kosten die ten behoeve van de medisch specialistische zorgverlening worden gemaakt. Gelet hierop verdient het hanteren van één systematiek voor de berekening van de kostenvergoeding de voorkeur. In dit geval is die systematiek overeengekomen door de coöperatie en het ziekenhuis. Het staat de leden van de maatschap vrij geen lid te zijn van de coöperatie, maar daarmee kunnen zij zich niet onttrekken aan de collectief gemaakte afspraak, zoals ook volgt uit het Document Medische Staf, behorend bij de toelatingsovereenkomst. Omdat ten tijde van de behandeling van de zaak nog niet vaststond of de overeenkomst tussen de coöperatie en het ziekenhuis zou worden goedgekeurd door de medische staf is de zaak aangehouden. Bij eindvonnis is vastgesteld dat de overeenkomst is goedgekeurd. De leden van de maatschap worden veroordeeld tot vergoeding van de kosten voor praktijkondersteuning conform de collectieve regeling.
Bijlage:PDF 10/43 MAATSCHAP EN ZIEKENHUIS, TOELATINGSOVEREENKOMST EN DMS, HOOGTE KOSTENVERGOEDING, VERWEVENHEID WERKZAAMHEDEN, COLLECTIEVE AFSPRAKEN