2005-04-26 - UITTREDING VAN LEDEN (RADIOLOGEN) UIT EEN HOLDING-MAATSCHAP EN CONSEQUENTIES DAARVAN VOOR VERDELING VAN HET HONORARIUMGEDEELTE VAN DE ZOGEHETEN ‘LUMPSUM’

04/22

Eisers, radiologen, maakten deel uit van een overkoepelende maatschap (aangeduid als "maatschap-holding"), bestaande uit negen van de in het ziekenhuis werkzame vijftien vakgroepen. Eisers zijn per 1 november 2003 uit deze maatschap-holding getreden. In geschil is hoe het honorariumgedeelte van de zogeheten "lumpsum" uit hoofde van de "lumpsumfinanciering", die deels aan de niet-leden van de maatschap-holding en deels aan de maatschap-holding ter beschikking staat, in het vervolg ná 1 november 2003 verdeeld moet worden. Het gaat hier om de lumpsum betrekking hebbend op de periode ná 1 november 2003 en dus niet om vaststelling en/of verdeling van winst- en/of vermogensaandelen -voorzover nog onverdeeld- van eisers, over de periode zolang eisers deel uitmaakten van de maatschap-holding.

De maatschap-holding meent dat eisers slechts aanspraak hebben op een honorariumdeel gelijk aan het gedeelte dat hen tijdens hun lidmaatschap van de maatschap-holding werd toegekend. Zoals eisers menen, dienen zij echter waar het gaat om de bepaling en uitkering van hun honorariumdeel vanaf hun uittreding, behandeld te worden op dezelfde voet als de overige niet-leden van de maatschap-holding.

Bijlage:PDF UITTREDING VAN LEDEN (RADIOLOGEN) UIT EEN HOLDING-MAATSCHAP EN CONSEQUENTIES DAARVAN VOOR VERDELING VAN HET HONORARIUMGEDEELTE VAN DE ZOGEHETEN ‘LUMPSUM’