Eiser heeft aanvankelijk als vrijgevestigd orthopedisch chirurg werkzaamheden verricht ten behoeve van de zorgverlening door de stichting. Hij zou daarvoor het honorarium ontvangen dat de stichting voor die werkzaamheden zou declareren. De NZa heeft een omzetplafond voor de honoraria van vrijgevestigd medisch specialisten voor de stichting vastgesteld. Om te bewerkstelligen dat het honorariumomzetplafond niet van toepassing zou zijn, hebben eiser en de stichting een arbeidsovereenkomst gesloten. Partijen zijn vervolgens overeengekomen dat de bezoldiging van eiser onverschuldigd blijft tot het moment dat de stichting voldoende draagkrachtig is. Eiser heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd en vordert betaling van zijn loon. De stichting stelt dat eiser geen rechten kan ontlenen aan de papieren arbeidsovereenkomst. Het Scheidsgerecht oordeelt dat de stichting uitvoering heeft gegeven aan de arbeidsovereenkomst en verwerpt het verweer van de stichting dat eiser geen rechten aan de overeenkomst zou kunnen ontlenen. Het Scheidsgerecht oordeelt verder dat het beroep op artikel 7:623 BW opgaat, dat de stichting eiser niet kan houden aan de afspraak dat zijn loon onverschuldigd blijft en dat de stichting het overeengekomen loon van eiser moet voldoen. Wettelijke verhoging gematigd tot nihil.
Bijlage:PDF 14/24 arbeidsovereenkomst, verplichting loonbetaling, 7:623 BW