Ziekenhuis vordert betaling van Maatschap over de jaren 2003-2005 van bijdrage aan de salariskosten van AGIO’s, dit op grond van de, aldus de stelling van het Ziekenhuis, in de CTG-beleidsregel van 14 december 2001 opgenomen zogeheten ‘70/30% regel’.
De maatschap betwist de vordering stellende dat er geen bindende grondslag bestaat voor het bepalen van de omvang van de door het Ziekenhuis verlangde bijdrage, laat staan tot een percentage van 30%.
Het Scheidsgerecht oordeelt dat uit art. 6.3 van de toelatingsovereenkomst tussen partijen volgt dat het betalen van een bijdrage door de maatschap regel is en het niet betalen van zo een bijdrage uitzondering. Anderzijds is de 70/30% regel niet rechtstreeks verbindend voor de maatschap, zij het dat de regel wel met regelmaat is toegepast in tussen specialisten en Ziekenhuizen gemaakte afspraken. Zonder dat blijkt van bijzondere omstandigheden die dat anders zouden maken, acht het Scheidsgerecht toepassing van de 70/30% regel redelijk. Het CTG heeft namelijk bij de opstelling van de beleidsregel rekening gehouden met tal van omstandigheden, die dus al in de beleidsregel verdisconteerd zijn. De maatschap heeft echter gemotiveerd aangevoerd dat er reden is van de 70/30% regel af te wijken en daar is het Ziekenhuis ten onrechte niet op in gegaan, reden waarom de maatschap in de gelegenheid wordt gesteld bij akte de bijzondere omstandigheden aan te voeren, nadrukkelijk andere dan de omstandigheden die al in de CTG beleidsregel verdisconteerd zijn, op grond waarvan zij meent dat de 70/30% in dit geval niet dient te worden toegepast. Het Ziekenhuis zal op die akte mogen reageren. Uiteraard hebben partijen de vrijheid er alsnog in onderling overleg uit te komen.