Volgens de bestaande vergoedingsregeling werken de kinderartsen op voltijdsbasis gemiddeld 40 uur per week. Voorzover het contractueel overeengekomen aantal uren tezamen met het aantal arbeidsuren in bereikbaarheids -of aanwezigheidsdiensten, te meten op jaarbasis, structureel meer dan 56 uur per week bedraagt, dient de werkgever op verzoek van de werknemer zodanige maatregelen te treffen dat het aantal van 56 uren niet (meer) wordt overschreden, terwijl overwerk wordt vergoed indien meer dan 56 uur gemiddeld per week, te meten per kwartaal, wordt gewerkt.
De artsen vorderen betaling van een vergoeding die daarin bestaat dat hun werkweek met terugwerkende kracht structureel wordt verhoogd van 40 naar 50 uur per week. De bestaande vergoedingsregeling voorziet hier niet in, reden waarom voor die vordering geen plaats is.
De Stichting betwist niet dat er overuren zijn gemaakt, doch heeft vergoeding aangeboden conform de regeling die daarin voorziet. De artsen hebben weliswaar gedurende 1997 tot 2001 bijzonder zware inspanningen geleverd, doch deze omstandigheden rechtvaardigen nog niet, van de bestaande regeling tot vergoeding van overwerk af te wijken. De Stichting kan ook geen verwijt worden gemaakt, althans niet in ernstige mate, zich onvoldoende te hebben ingespannen om maatregelen te treffen ter voorkoming van een situatie waarin sprake is van structureel overwerk boven de grens van 56 uur per week. Vordering afgewezen.
Bijlage:PDF GESCHIL BETREFT OF PASSENDE COMPENSATIE MOET WORDEN GEGEVEN AAN ARTSEN IN LOONDIENST WEGENS EXCESSIEF LANGE WERKTIJDEN