2006-01-12 - DE AARD VAN DE TOELATING VAN REGIONALE MAATSCHAP TOT ZORGINSTELLING. RECHT TOT OPZEGGING VAN DEZE SAMENWERKING. RECHTMATIGHEID OPZEGGING. SCHADEVERGOEDING NA OPZEGGING TOELATING.

05/17

Leden van deze maatschap zijn (mede) werkzaam bij de stichting. Geen schriftelijke toelatingsovereenkomst.Wel zijn bij Gentlemens Agreement afspraken gemaakt. Naar het oordeel van het Scheidsgerecht moet worden aangenomen dat de leden van de maatschap door de stichting zijn toegelaten als medisch specialist in haar ziekenhuis waarbij de stichting aan de maatschap een grote mate van vrijheid heeft gelaten welke invulling zij aan deze werkzaamheden zou geven. Zo is stilzwijgend een overeenkomst tot stand gekomen die door de stichting niet zonder meer kon worden opgezegd. Zoals immers uit de feitelijke gang van zaken en uit het Gentlemens Agreement blijkt had de samenwerking tussen de stichting en de leden van de maatschap naar de wederzijdse bedoeling van partijen een duurzaam karakter. De aard van de samenwerking verhinderde niet dat deze door een van de betrokken partijen kon worden opgezegd. Voor deze opzegging was, naar voortvloeit uit de eisen van redelijkheid en billijkheid die partijen jegens elkaar in acht hadden te nemen, nodig dat een voldoende zwaarwegende grond bestond en dat in beginsel een opzegtermijn in acht zou worden genomen die in overeenstemming zou zijn met de aard en de ernst van de opzeggingsgrond en die recht deed aan de bij de samenwerking betrokken belangen van partijen en derden. Dat de samenwerking tussen partijen is geëindigd staat krachtens de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst vast. Partijen hebben nog een geschil over de rechtmatigheid van deze opzegging, mede in verband met de daarbij door de stichting in acht genomen termijn, en over de hoogte van de door de stichting aan de leden van de maatschap verschuldigde vergoeding. De stichting erkent dat zij aan de maatschap een vergoeding is verschuldigd voor het verloren gaan van door deze opgebouwde praktijk in haar ziekenhuis. Juist is dat de opzegging van de toelating van eisers op gespannen voet staat met de intentie van een langdurige samenwerking. Dit kan echter niet wegnemen dat de stichting de toelating van eisers mocht opzeggen mits daartoe voldoende zwaarwegende redenen bestonden. Het ontstane gebrek aan vertrouwen en het verschil in visie zijn voldoende zwaarwegende redenen, ook al zou een andere, in verband met de langdurige relatie met de maatschap tegenover eisers mildere houding denkbaar zijn geweest. In dit opzicht moet het Scheidsgerecht aan de Raad van bestuur van de stichting de vrijheid laten zijn eigen afwegingen te maken. Gelet op de langdurige relatie behoorde de stichting bij de opzegging van de toelating van eisers een redelijke termijn in acht te nemen. Zij had daarbij aansluiting moeten zoeken bij de termijn die als regel in schriftelijke toelatingsovereenkomsten is opgenomen, te weten zes maanden. Eisers hadden daarmee voldoende tijd om hun praktijk aan de nieuwe omstandigheid aan te passen. Bij een praktijkomvang van 0,2 fte mocht dat geen probleem vormen. Zij hebben geen toekomstig nadeel geleden, omdat zij in staat geacht kunnen worden de vrijgekomen tijd elders in te zetten of de omvang van hun totale werkzaamheden op andere wijze aan te passen.

Bijlage:PDF DE AARD VAN DE TOELATING VAN REGIONALE MAATSCHAP TOT ZORGINSTELLING. RECHT TOT OPZEGGING VAN DEZE SAMENWERKING. RECHTMATIGHEID OPZEGGING. SCHADEVERGOEDING NA OPZEGGING TOELATING.