2005-12-08 - ONTBONDEN MAATSCHAPSOVEREENKOMST EN OPZEGGING TOELATINGSOVEREENKOMST; SCHADEVERGOEDING

05/19

Onjuist is het standpunt van verweerster, dat eiser geen praktijk meer heeft in het ziekenhuis van verweerster nu zijn maatschapovereenkomst door een College van Arbiters is ontbonden. Zolang de toelatingsovereenkomst in stand blijft, heeft eiser recht zijn werkzaamheden te blijven uitoefenen.

De vraag is derhalve of er voldoende gewichtige redenen van zodanig klemmende aard zijn, dat van verweerster niet gevergd kan worden dat de toelatingsovereenkomst wordt gecontinueerd. Het Scheidsgerecht beantwoordt die vraag bevestigend. Niet ter discussie staat, dat een goede samenwerking tussen de cardiologen een onmisbare voorwaarde is voor de vereiste kwaliteit van de patiëntenzorg. Aan deze voorwaarde kan niet langer optimaal worden voldaan. De verhoudingen tussen de cardiologen zijn reeds meer dan een jaar verstoord en de samenwerking wordt in feite op kunstmatige wijze gaande gehouden. Hieraan moet op korte termijn een einde komen. Verweerster dient aan eiser een bedrag te betalen deels ter compensatie van het feit dat de opzeggingstermijn niet in acht is genomen en (zeer) gedeeltelijk als vergoeding die eiser lijdt als gevolg van het feit dat hij de gevolgen van de verstoorde verhoudingen en de daarop volgende opzegging van de toelatingsovereenkomst geheel zelf zal moeten dragen.