De tussen partijen sedert 1975 bestaande arbeidsovereenkomst is per 1 april 2004 van rechtswege geëindigd omdat eiser gebruik heeft gemaakt van de OBU-regeling. Met ingang van dezelfde datum is een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten. Eiser - wiens functie kort nadien is komen te vervallen omdat zijn afdeling is opgeheven - heeft het Scheidsgerecht verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van een vergoeding volgens de kantonrechtsformule. Het Scheidsgerecht oordeelt dat verweerster niet gehouden kan worden aan de door haar in de memorie van antwoord aangeboden vergoeding van zes maanden nu verweerster dit aanbod ter zitting niet heeft gehandhaafd en eiser dit aanbod niet eerder heeft aanvaard. Voor de hoogte van de naar billijkheid vast te stellen vergoeding heeft de arbeidsovereenkomst die wegens gebruikmaking van de OBU-regeling per 1 april 2004 is geëindigd geen betekenis. Partijen kan beide verweten worden dat het op zich redelijke aanbod van de verweerster - inhoudende ontbinding per 1 oktober 2004 onder toekenning van een vergoeding van zes maanden - niet heeft geleid tot overeenstemming. Scheidsgerecht ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 april 2005. Geen vergoeding omdat eiser dan in de vorm van zes maanden salaris een billijke vergoeding heeft ontvangen.
Bijlage:PDF BEEINDIGING ARBEIDSOVEREENKOMST TOTSTANDGEKOMEN NA BEEINDIGING VORIGE ARBEIDSOVEREENKOMST WEGENS GEBRUIKMAKING OBU-REGELING; INTREKKING EERDER GEDAAN AANBOD