2003-09-16 - VORDERING IN KORT GEDING VAN MEDISCH SPECIALIST OM TE WORDEN TOEGELATEN TOT ZIJN WERKZAAMHEDEN. SPOEDEISEND BELANG. OVERLEGGING VAN STUKKEN IN DE PROCEDURE

03/11KG

Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de overlegging van een groot aantal stukken door verweerster en hij beroept zich daarbij op de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter valt niet in te zien waarom de WBP aan overlegging van deze stukken in een procedure als de onderhavige in de weg zou staan. Eiser heeft alle gelegenheid gekregen – en ook gebruikt – de juistheid van de in de stukken vervatte informatie te bestrijden.
De vordering van eiser om weer te worden toegelaten tot het ziekenhuis van verweerster komt niet voor toewijzing in aanmerking op grond van het navolgende.
(a) In de eerste plaats ontbreekt een spoedeisend belang.
(b) In de tweede plaats is naar het voorlopig oordeel van de voorzitter door verweerster voldoende aannemelijk gemaakt dat er gerede twijfel bestaat omtrent het behoorlijk kunnen functioneren van eiser.
Voorlopig oordelend is de voorzitter van oordeel dat verweerster in het kader van een onderzoek naar het functioneren van eiser als neuroloog, tot het instellen waarvan verweerster bevoegd is en onder omstandigheden op grond van haar verantwoordelijkheid voor een goede organisatie en verantwoorde verlening van de zorg in haar ziekenhuis zelfs gehouden kan zijn, onder het beding van voldoende vertrouwelijkheid op eiser betrekking hebbende bescheiden of informatie waarover zij beschikt, ter beschikking mag stellen van degenen die bij dit onderzoek zijn betrokken.

Bijlage:PDF VORDERING IN KORT GEDING VAN MEDISCH SPECIALIST OM TE WORDEN TOEGELATEN TOT ZIJN WERKZAAMHEDEN. SPOEDEISEND BELANG. OVERLEGGING VAN STUKKEN IN DE PROCEDURE