2002-12-12 - OPZEGGING VAN TOELATINGSOVEREENKOMST VAN GYNAECOLOOG ONRECHTMATIG.

02/11

De door prof. O aanbevolen maatregelen zijn dan ook terecht niet alleen door de Inspectie, maar ook door de Raad van Bestuur overgenomen. Het Scheidsgerecht begrijpt dat het aanbevolen traject gezien moet worden als een laatste poging om tot werkbare verhoudingen te komen. De Raad van Bestuur heeft dit traject ingezet door zich te wenden tot de NVOG. Uit de opdrachtomschrijving die aan de gynaecologen bekend was uit het concept van 23 augustus 2001 volgt dat in elk geval de aanbevolen bemiddeling onderdeel was van de opdracht.
De NVOG-commissie, noch de Raad van Bestuur, hebben de gynaecologen er over geïnformeerd dat de commissie de uitvoering van haar primaire opdracht niet mogelijk achtte alvorens door de commissie werd overgegaan tot het formuleren van de verdere adviezen welke door de directie werden overgenomen en aan het voornemen tot opzegging en de opzegging zelf van de toelatingsovereenkomst ten grondslag gelegd.
Aldus is het in het vooruitzicht gestelde traject, dat kennelijk mede de instemming van eiser had, buiten medeweten en medewerking van eiser afgebroken en niet voortgezet. Gedaagde heeft hiermee onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van eiser. Alvorens het traject af te breken had de Raad van Bestuur de conclusie van de NVOG-commissie dat bemiddeling niet mogelijk werd geacht aan de gynaecologen dienen voor te leggen en zich na overleg met de gynaecologen dienen te beraden over de weg die vervolgens zou worden ingeslagen.
(Op dezelfde datum is een arbitraal vonnis gewezen van dezelfde strekking in een parallel-zaak)

Bijlage:PDF OPZEGGING VAN TOELATINGSOVEREENKOMST VAN GYNAECOLOOG ONRECHTMATIG.