De onderhavige vordering is rechtstreeks gebaseerd op de tussen partijen gesloten toelatingsovereenkomst. De bevoegdheid van het Scheidsgerecht is daarmee gegeven. De verhouding tussen partijen werd beheerst door de toelatingsovereenkomst en de tussen partijen geldende gevolgen van de ambtelijke aanstelling moeten worden beoordeeld in het kader van die overeenkomst. Blijkens de inhoud van de toelatingsovereenkomst en de strekking van de Van Mansvelt-regeling zoals die daarin is verdisconteerd, heeft verweerder erin toegestemd dat hij aan de ambtelijke aanstelling jegens het D (en dus ook jegens haar rechtsopvolgster) geen financiële aanspraken kan ontlenen, waarnaar hij zich gedurende zijn ambtelijke aanstelling ook gedroeg door als onderdeel van de te betalen accommodatievergoeding, de aan de betaling van het salaris cum annexis verbonden lasten per saldo volledig voor zijn rekening te nemen, waar tegenover immers ook de aanspraken stonden op voor ambtenaren geldende voorzieningen, gelijk partijen beoogden. Reeds daaruit volgt dat het niet de bedoeling van partijen is geweest dat het werkgeversgedeelte van de IZA-premie ten laste van A behoort te komen na beëindiging van de ambtelijke aanstelling, doch onder voortzetting van de IZA-verzekering. Een redelijke uitleg van de toelatingsovereenkomst brengt mee dat verweerder, die ervoor heeft gekozen de IZA-verzekering na de beëindiging van zijn toelating voort te zetten, gehouden is de daaraan verbonden premie volledig zelf te voldoen.
Bijlage:PDF AMBTELIJKE AANSTELLING NAAST TOELATINGSOVEREENKOMST. BEVOEGDHEID VAN SCHEIDSGERECHT. PREMIE VOORTGEZETTE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING BIJ VUT.