2000-04-14 - OPHEFFING VAN SCHORSING VAN MEDISCH SPECIALIST IN DIENSTVERBAND. WIJZE VAN AANZEGGEN EN VERLENGEN VAN SCHORSING.

07

Partijen zijn het er over eens dat de schorsing in de namiddag van 13 maart 2000 mondeling aan eiseres is meegedeeld. De brief van 13 maart 2000, waarin aan eiseres de gelegenheid is gegeven om zich te verantwoorden, lag toen ondertekend gereed. Daarmee voldoet de wijze waarop de schorsing heeft plaatsgevonden aan hetgeen in de leden 1 en 2 van artikel 48 van de CAO is voorgeschreven.
Het vierde lid van dat artikel betreft de verlenging indien er inmiddels een ontslagprocedure is gestart of een ontbindingsverzoek is gedaan. Het is duidelijk dat wanneer die procedure is gestart of het verzoek is gedaan na ingang van de schorsing deze verlenging afzonderlijk plaats vindt. Mocht echter, zoals in deze zaak, al voor de schorsing een ontbindingsverzoek zijn gedaan, dan verzet de tekst van dat vierde lid zich niet tegen de wijze waarop in deze zaak tot de verlenging is besloten en deze is aangezegd bij het opleggen van de schorsing. Hier komt nog bij dat naar aanleiding van het in het tweede lid bedoeld wederhoor een dergelijke verlenging, evenals de schorsing, weer kan worden ingetrokken. Mede gelet op de omstandigheden van deze zaak en de redenen voor de schorsing kan niet gezegd worden dat eiseres door de wijze waarop de schorsing en de verlenging zijn tot stand gekomen in haar verweer daartegen is benadeeld.
I.c. is een situatie ontstaan waarin het belang van verweerster bij rust in het ziekenhuis moet prevaleren boven het belang van eiseres bij onmiddellijke werkhervatting alvorens het Scheidsgerecht heeft geoordeeld over het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De vordering van eiseres tot opheffing van de schorsing wordt afgewezen.
(zie voor de bodemprocedure het arbitraal vonnis van 22 mei 2000, Nr. 8)

Bijlage:PDF OPHEFFING VAN SCHORSING VAN MEDISCH SPECIALIST IN DIENSTVERBAND. WIJZE VAN AANZEGGEN EN VERLENGEN VAN SCHORSING.