2000-02-08 - ONTBINDING VAN ARBEIDSOVEREENKOMST VAN DIRECTEUR. CONTRACTUELE BEPERKING ONTBINDINGSMOGELIJKHEID IS NIETIG. REÏNTEGRATIEPLAN. ZIEKTE. WACHTGELD. FICTIEVE OPZEGTERMIJN.

02

Een beding waarbij de bevoegdheid van de werkgever en/of de werknemer om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te verzoeken, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig (Hoge Raad 20 maart 1998, NJ 1998, 815).
I.c. heeft verzoekster voldaan aan haar verplichting tot het in het geding brengen van een door de uitvoeringinstelling getoetst reïntegratieplan in de zin van artikel 7:685 BW.
De ziekte van verweerder staat niet aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg nu zijn ziekte direct verband houdt met het tussen partijen gerezen arbeidsconflict en verweerder zich niet verweert tegen de stelling dat de arbeidsverhouding verstoord is en de arbeidsovereenkomst (in zijn visie op termijn) moet eindigen.
Het Scheidsgerecht ziet aanleiding om de wachtgeldaanspraken aldus te verhogen en te vertalen dat aan verweerder een wachtgeldaanspraak toekomt vanaf het moment van ontbinding van de arbeidsovereenkomst (1 maart 2000) tot het bereiken van de OBU-gerechtigde leeftijd op basis van een continu wachtgeldpercentage van 70 %, een en ander overigens conform de huidige uitvoeringsregeling wachtgeld. Voorts dient verzoekster de gevolgen van het niet in acht nemen van de fictieve opzegtermijn voor haar rekening te nemen, in die zin dat aan verweerder ook de wachtgeldaanspraak toekomt indien aan hem gedurende de fictieve opzegtermijn de WW-uitkering wordt geweigerd.

Bijlage:PDF ONTBINDING VAN ARBEIDSOVEREENKOMST VAN DIRECTEUR. CONTRACTUELE BEPERKING ONTBINDINGSMOGELIJKHEID IS NIETIG. REÏNTEGRATIEPLAN. ZIEKTE. WACHTGELD. FICTIEVE OPZEGTERMIJN.