Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg (en zijn voorgangers sedert 1961) doet bindend uitspraak (arbitrage, bindend advies) in geschillen tussen via hun organisaties aangesloten instellingen, samenwerkingsverbanden en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg (art. 4 Stichtingsstatuten en art. 7 Arbitragereglement).
Sinds 1 januari 2016 voorziet het Arbitragereglement van het Scheidsgerecht ook in bevoegdheid van het Scheidsgerecht om kennis te nemen van – en te beslissen in – geschillen tussen medisch specialisten die bijvoorbeeld in maatschapsverband met elkaar zijn verbonden. Bij geschillen van deze aard zal de behandelende kamer van het Scheidsgerecht in beginsel bestaan uit de (waarnemende) voorzitter, een medisch specialist en een accountant. Afhankelijk van de aard van het geschil kunnen naast de voorzitter twee medisch specialisten deel uitmaken van de kamer. In alle gevallen beslist de voorzitter over de samenstelling van de kamer van het Scheidsgerecht die een zaak behandelt. Hij houdt rekening met de hier vermelde uitgangspunten. Voor een andere samenstelling zal reden kunnen zijn als er een gecombineerde behandeling plaatsvindt, te weten van een zaak van een medisch specialist (of een groep medisch specialisten) tegen een ziekenhuis én van een daarmee samenhangende zaak van een of meer medisch specialisten tegen een of meer andere medisch specialisten. Ook dan beslist de voorzitter over de samenstelling, in dit geval na overleg met alle betrokken partijen.