2022-01-24 - GC 21/01

Benoeming van een voormalig lid van de raad van toezicht tot voorzitter van de raad van bestuur (ruim) binnen drie jaar van aftreden als toezichthouder. Is de code, c.q. ‘gesloten’ geformuleerde gedragsregel 4.1.3,  correct nageleefd? Uitgangspunt is dat “een alternatieve invulling” onder bijzondere omstandigheden de afwijking van gedragsregel 4.1.3 kan sauveren. Governancecommissie komt tot het oordeel dat gedragsregel 4.1.3 in dit geval is geschonden; onvoldoende is gebleken dat de organisatie er alles aan heeft gedaan een geschikte, externe, kandidaat te vinden. De maatregelen die zijn getroffen om tot een zorgvuldige selectie van de nieuwe bestuursvoorzitter te komen en om zoveel mogelijk een zuivere verhouding tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht te bewerkstelligen, kunnen niet afdoen aan dit oordeel.

Bijlage:PDF GC 21/01